Macrofotografie maakt kleine dingen groot.
Maar welke lens heb je nodig, welke instellingen moet je gebruiken en waar moet je op scherpstellen?
We spreken pas van macrofotografie als het onderwerp 1:1 (op ware grootte) op de beeldsensor wordt getoond.
Het onderwerp wordt dan dus niet verkleind, maar ook niet vergroot.
Er zijn een aantal mogelijkheden om macrofoto’s te maken.
-Macro-objectief
Het beste resultaat qua scherpte, kleur en contrast krijg je met een echte macrolens. De speciale Macrolens staat garant voor de beste beeldkwaliteit in het "dichtbij fotograferen".
Omdat bij macrofotografie de minste onscherpte de foto kan verpesten, is een perfecte objectief wel wenselijk.
Overigens is een macro-objectief ook goed bruikbaar als pertretlens, vooral een macrolens met een wat grotere brandpuntafstand.
-Tussenringen
Met één of meer tussenringen, is een andere manier om de minimale instelafstand te verkorten.
Zo’n tussenring is niet meer dan een "holle buis" die je tussen je standaard objectief en je body plaatst.
-Voorzetlenzen
Een van de goedkoopste manieren om met macrofotografie te starten is met een voorzetlens.
Het grote voordeel is de lage prijs: voor werkelijk een paar euro kun je er 1 aanschaffen. en met een voorzetlens heb je geen lichtverlies.
Een grote nadeel is dat de scherpte terugloopt.
-Omgekeerde lens
Nog een goedkope manier is met de minder bekende manier: het omkeren van een (macro)lens.
Dmv een omkeerring, monteer je een standaard lens (liefst vast brandpunt) achterstevoren op je camera zodat je ineens heel dichtbij kunt fotograferen.