De aasgier is een middelgrote gier met een karakteristiek vliegsilhouet. Volwassen vogels zijn wit met zwarte arm- en handpennen opvallende vogels. Verder heeft deze gier een opvallend smalle snavel en heeft een geel gekleurde naakte huid rond het oog.
Onvolwassen vogels zijn geheel donkerbruin en worden geleidelijk steeds lichter tot ze na circa vijf jaar helemaal wit met zwart zijn. Als ze stil zitten lijken volwassen vogels bijna helemaal wit omdat de zwarte vleugelpennen verborgen zitten onder de witte bovenvleugeldekveren.
Aasgieren zijn alleseters.
Ze hebben de gewoonte om eieren van bijvoorbeeld struisvogels met steentjes open te breken. Deze laten ze op grote hoogtes vanuit de lucht op de eieren neervallen.
De aasgier komt voor in zowel laagland als berggebieden, meestal in open landschappen en in droog terrein, maar ook wel in de buurt van menselijke nederzettingen.
De aasgier nestelt in bergachtige streken op rotsrichels, maar soms ook wel in grote bomen en zelfs en elektriciteitsmasten.
Deze giersoort uit Europa en Zuid-Azië trekt in de winter richting Afrika.
