Wat betreft hun nestgedrag, torenvalken zijn niet kieskeurig als het gaat om nestplaatsen. Ze bouwen hun nesten niet zelf, maar maken gebruik van verlaten nesten van andere vogels, zoals kraaien en duiven. Daarnaast nestelen ze vaak in holtes van bomen, rotswanden of zelfs gebouwen. Het vrouwtje legt meestal vier tot zes eieren, die ze gedurende ongeveer een maand uitbroedt. Na het uitkomen, blijven de jongen nog ongeveer zes weken in het nest voordat ze uitvliegen en zelfstandig worden.
Interessant is dat torenvalken soms ook speciale nestkasten accepteren die door mensen worden geplaatst, wat hun nestmogelijkheden in stedelijke omgevingen vergroot. Door hun aanpassingsvermogen en de hulp van vogelbeschermers, hebben torenvalken zich succesvol weten te handhaven in diverse habitats.
De torenvalk is een fascinerende vogel om te observeren, en zijn aanwezigheid is een teken van een gezond ecosysteem. Zijn behendigheid, scherpe zintuigen en unieke jachttechnieken maken hem een bewonderenswaardige vertegenwoordiger van de roofvogels.